De geschiedenis van het bedrijf gaat terug tot ver voor de oorlog en in eerste instantie werden er voornamelijk  constructie- en reparatiewerkzaamheden verricht, na de tweede wereldoorlog werd de dagelijkse leiding overgenomen door de heer Veldstra welke gehuwd was met de dochter van de oprichter.

Het werk in de constructiesector nam alleen maar toe, in 1950 nam men een opdracht aan om een dragline te bouwen een hele uitdaging, deze dragline werd geplaatst op een halftrack als krachtbron werd een twee-cilinder motor van de motorenfabriek SAMOFA uit Amsterdam ingebouwd.

De type aanduiding werd 41, later kwam de 41A uitgerust met een zwaardere PERKINS motor, daardoor moest de bovenbouw 38 cm langer worden en kon hij niet meer worden geplaatst op een halftrack.

Ook werd een zwaardere mobiele dragline in het productieprogramma opgenomen de 150M, begin zestiger jaren werd deze voorzien van een rupsonderstel.

In 1967 werd na langdurige proefnemingen het type 325 aan het programma toegevoegd, deze dragline in de 1000 liter klasse was geheel luchtbediend met componenten van Westinghouse, maar zeven exemplaren zijn er van gebouwd.

De verkoop van de machines werd van de aanvang tot 1967 gedaan door EUH uit Rhenen, na die tijd deed men het bij PASAL  zelf.

In 1972 is het bedrijf verkocht en daarmee kwam een einde aan de productie van dragline's uit Alkmaar, in totaal zijn er ongeveer 400 machines gebouwd.

De eerste dragline van PASAL was deze op een halftrack gebouwde machine welke de type aanduiding P.A.D. kreeg.

Van deze machine met zijn rechte en hoekige cabine zijn er maar enkele gebouwd.

Aan de 8 meter lange giek hing een bak van 300 of 325 liter, de aandrijving bestond uit een SAMOFA 2 cilinder dieselmotor van 24 PK.

Met de aanpassing van de constructie van de cabine werd ook de type aanduiding aangepast in 41.

Er kwam een iets grotere bak aan van 340 liter maar de giek en motor bleven het zelfde.

De basis onderwagen was een  Mack afkomstig uit de dump of een halftrack die de 4,3 ton zware machine prima aankon.

Toen de vraag kwam om de machine te leveren met een 400 liter bak moest ook een sterkere motor worden gemonteerd dit werd een PERKINS van 46 PK.

Door deze ingreep moest de machine vloer met 40 cm worden verlengd, grootste nadeel hiervan was echter dat de machine niet meer op de halftrack paste en werd dus geleverd op een vrachtwagen chassis.

Het gewicht bedroeg 4,8 ton.

Dit type was een doorontwikkeling van het type 41, echter de machine had zoveel mankementen in het rij-en zwenkwerk dat besloten werd om een machine te ontwikkelen in de 500 liter, de 150.

Men bouwde in totaal zeven walsen van divers bedrijfsgewicht.

Het type 150 M kwam begin jaren '60 op de markt , het was een dragline uitgerust met een 500 literbak , 10 meter giek en een 60 PK sterke PERKINS motor, het gewicht bedroeg 7 ton.

Voor de opbouw werd gekozen voor speciale kogeldraaikranzen zodat geen centerspil nodig was en de machine zeer soepel rond draaide.

Vrij snel na de introductie van de 150 M kwam PASAL met de rupsuitvoering de 150 R.

Men had goed rondgekeken en en er werd meteen een tractorloopwerk gebouwd met een lengte van 3,2 meter en rupsplaten van 60 cm breed.

Het rijclutchmechanisme geschiedde hydraulisch waardoor de handelingen tot een minimum bleven beperkt en men had hierdoor de keuze  of men de bediening van het hijs en trek mechanisme mechanisch of hydraulisch wilde hebben uitgevoerd.

Er werd zelfs een hooglepel uitvoering gebouwd maar of die ooit is ingezet blijft een vraag.

Van deze werfkraan werd er maar een stuks gebouwd.

Eind jaren '60 werd de 325 op de markt gebracht.

Na het prototype werd de cabinebeglazing aangepast, de bediening was geheel pneumatisch (Westinghouse)

De bakinhoud bedroeg 800 tot 1000 liter dit nagelang er een giek van 12 of 18 meter lengte was gemonteerd, als krachtbron was gekozen voor een DAF D5-575 van 114 PK de 4.25 meter lange onderwagen was voorzien van 71 cm brede rupsen, bedrijfgewicht bedroeg 27 ton.

Er zijn maar zeven van deze machines gebouwd, twee ervan werden tot voor kort ingezet als overslagkraan op een kade.