Kamiel Verhoeven komt in 1919 als werknemer in dienst bij de pas opgerichte Boomsche Metaalwerken. Op een foto van deze firma uit 1921 vinden wij hem terug als hulpje van de traceurs en staat naast de Alfons Femont die hem later zal vragen om met hem samen te gaan werken. 

Deze Alfons Femont trok de stoute schoenen aan en begon voor zichzelf, hij richtte een werkplaats op in de Bassinstraat in Boom en werd een toeleverancier die onderelen fabriceerde voor de Boomsche Metaalwerken. Op die manier stond hij op een avond zijn oude bekende van de Boomsche, waarmee hij nog had gewerkt, op te wachten met de vraag of hij met hem samen verder wilde werken in zijn nieuwe ondernemeing. 

Kamiel Verhoeven was ondertussen een gevestigde kracht geworden in het ontwerpbureel van de Boomsche en de leiding van dit bedrijf zag hem niet graag vertrekken. 

De samenwerking tussen Femont en Verhoeven liep zeer vlot. Beiden vulden elkaar perfect aan: de ene op commercieel gebied, de andere op technisch gebied, zodat er een “ P.V.B.A. Bagger en Kranenbouw Femont &Verhoeven ”  te Boom werd opgericht. Beide vennoten hadden elk de helft van de aandelen.

Van klein materieel voor de baksteenindustrie, zoals decauvillewagonnetjes en locomotieven, naar groter materiaal, excavateurs, kranen, draglines, kolenladers, snijmachines voor de baksteenindustrie, was voor de firma geen enkel probleem want het technisch bureel onder leiding van Verhoeven was gevoelig versterkt en het werkhuis met een aantal knappe stielmannen kon alles aan. Femont ging alle woensdagen naar de beurs in Brussel en kwam bijna wekelijks met een of meerdere opdrachtren naar huis.  

Door de werken in verband met de aanleg van het Albertkanaal van Antwerpen naar Luik kregen de Rupskranen in België een grote belangstelling van de burgerlijke bouwkunde.  De meest gekende leveranciers waren van het Duitse fabricaat Menck en Weserhütte, deze laatste was ook zeer gekend als leverancier in de Rupelstreek van baksteen productie machines. 

Kamiel Verhoeven en zijn tekenaars kregen op een gegeven moment de gelegenheid ‘s nachts en tijdens het weekend van een bevriende klant een volledige rupskraan van Menck na te tekenen. Boomsche Metaalwerken had in die tijd een Duits ingenieur afkomstig van de Weserhütte Werke, Lohmann, in dienst genomen die voor hen het de "BM" types ontwierp en bouwden, Femont & Verhoeven was echter sneller en begin 1935 werkte de rupskraan nr. 1 te Klein-Willebroek op de werf van Prosper Govaerts, die de concessie van de vuilophaling van de stad Brussel had en die met zijn kraan de binnenschepen met vuil op de landtong van Klein-Willebroek loste.

De kipper op bovenstaande foto is een CMP (Canadian Military Pattern) C60S / CMP F60S Fabricage door Chevrolet Canada en Ford Canada, tijdens de 2^e wereldoorlog ingezet op bijna alle fronten.  (info Bertus Land)

Type 52 : Bandenkraan identiek aan Type 51 maar dan met een onderwagen met vierwiel aandrijving  

Op bovenstaande foto, Mack NR, fabricage volgens de laatste ontwikkelingen. (In die tijd)Gedurende de 2^e wereldoorlog in gebruikt vanaf Ledo Road in Burma tot aan de Red Ball Express aan toe, Motor, Mack Diesel EN volgens het Lanova principe. (info Bertus Land)

Onderwagen op basis van een Leyland Hippo Mk2, 6X4, Classe 10 ton Motor, Leyland Diesel, 6 cilinder, 100pk In gebruik bij de British Army en de RAF 1944 tot begin jaren 50. (info Bertus Land) 

Er waren in de gemeente Breendonk (1962/1963) nieuwe werkplaatsen gebouwd, daar men in Boom niet meer kon uitbreiden, iIn gemeenschappelijk overleg werd er dan besloten dat ieder voor eigen rekening ging werken.  De familie Femont koos voor Breendonk (nu Willebroek) en Verhoeven bleef gevestigd in de oude werkplaatsen in Boom. 

In Boom werd dan een nieuwe firma gesticht : de N.V. Verhoeven, met als uithangbord “Boom Cranes” naar een idee van de expert-boekhouder de Heer Hendrik Dhont.  Op die manier werd een punt gezet achter de firma Bagger en Kranenbouw Femont & Verhoeven, er verdween een stuk uit de geschiedenis van Boom en werd een nieuw stuk bijgevoegd. 

In 1972 bleken de gebouwen in Boom ook te klein geworden en werd een nieuw bedrijfsgebouw opgericht op de Boomse steenweg in Aartselaar omdat de hefwerktuigen steeds groter werden en voor de uitrit te Boom niet meer haalbaar waren. 

Vader Verhoeven  nam slechts in 1977 zijn pensioen, nadat de firma Boom Cranes N.V. Verhoeven overgedragen werd aan een Nederlandse holding, die het er verre van goed afbracht, in 1985 de boeken neerlegde en in failliet werd verklaard. 

Femont bouwt nog tot 2014 loopkat en containerkranen tot dat ze in dat jaar failliet werden verklaard.